Berlijn ½ marathon 5 april 2009

Rekordzahl von 17.888 Läufern im Ziel beim 29. Vattenfall BERLINER HALBMARATHON
Beim 29. Vattenfall BERLINER HALBMARATHON hat die Rekordzahl von 17.888 Läufern das Ziel erreicht. Diese Zahl teilt sich auf in 12.438 Männer und 5.450 Frauen. Im vergangenen Jahr wurden 16.050 Halbmarathonläufer im Ziel am Roten Rathaus registriert.

| Bijdrage Rob Hulleman | Plattegrond van het parcours | De gelopen tijden | Een paar "mobiele" foto's |Bijdrage Henk Denekamp | Video's van Vio! |

Bijdrage Rob Hulleman [goed voor 01:45:25]

Vrijdagochtend druppelen de 12 Berlijngangers rond half 9 Huize Denekamp binnen. Na een heerlijk bakje koffie en de bezichtiging van Henk’s carbonnen ros, startten we de 3 auto’s. Om 9 uur rijden we over de rustige autosnelwegen richting de Duitse hoofdstad.

Rond half 1 lunchen we samen in de vroegere Oost-Duitse grensplaats Helmstedt. Het weer en de sfeer zijn uitstekend en nadat ieder zijn of haar eerste koolhydrateninjectie heeft verorbert, beginnen we aan de tweede helft van de reis. Rond 3 uur draaien de Lochemse bolides de parkeergarage naast Hotel Parkinn Plaza op de Alexanderplatz in. Het prachtige weer lokt en we verkennen direct de Alexanderplatz en wijde omgeving. We vergapen ons aan de prachtige gebouwen en genieten van de vele mensen. Na een uurtje sightseeing lokken de Berlijnse terrasjes. Met veel moeite vinden we een plaats voor 12 personen aan de zonzijde van het plein. Het blijkt het terras van een vermaard Italiaans restaurant te zijn. De aantrekkelijke en uitgebreide menukaart is zo uitnodigend dat we besluiten hier vanavond een hapje te gaan eten.

Na een korte rustpauze in het hotel, laten we ons rond half acht zakken in de zachte stoelen van het Italiaanse restaurant. Dit heeft de omvang van een kleine sporthal in de Achterhoek, maar de uitstraling is ondanks deze afmetingen sfeervol. Ook het zicht op de open keuken doet onze magen knorren. Onze verwachtingen worden overtroffen: de salades zijn, qua omvang en smaak, geweldig. Daarna genieten we van verschillende zelfgemaakte pasta’s en pizza’s (maat Wagenwiel). De koolhydratenopbouw vordert gestaag! Na een afsluitend kopje koffie of thee wandelen we rond tien uur terug naar ons hotel. We proberen het casino op de 37-ste verdieping nog binnen te komen, maar dat mislukt vanwege de strenge kledingvoorschriften: stropdas of colbertje zijn namelijk verplicht. En laten we die nu net niet in onze koffers hebben gedaan! We besluiten onze rust te pakken en spreken af morgen om 8.30 uur bij het ontbijt te zijn.

En na een meer of minder goede nachtrust staan we rond half 9 allemaal voor de ontbijtzaal. Hier ontstaat de eerste uitdaging van deze nieuwe dag: Wat kiezen we als ontbijt? Het aanbod overtreft onze stoutste verwachtingen. 46 soorten vis-/vleeswaren, 35 soorten kaas, fruit in vele soorten en maten en een broodaanbod dat zelfs voor bakker Dik te Broeke jaloersmakend is. En of dat nog niet voldoende is: de warme hoek is ook overvol, van gehaktballetjes en scrumbled eggs tot gebakken aardappeltjes. We doen ons allemaal tegoed aan zoveel lekkers en met dikke buiken lopen we even later de U-bahn in. Deze brengt ons naar het uitgiftepunt van de startnummers. Deze locatie is een uur reizen vanaf de Alexanderplatz en is een ‘knotsgezellige’ oude fabriek. Deze ligt letterlijk onder de rook van de hoofdsponsor van de Berliner Halbmarathon, de Zweedse energiegigant Vattenfall. De uitgifte is op een sportbeurs. Tal van standhouders bieden hun waar aan. Er is er slechts één echt interessant: de bierbrouwer Krombacher die hun vernieuwde alcoholvrije biertje – met citroen – gratis aanbiedt. We laten het ons smaken en zoeken vervolgens weer de pendelbus op die ons naar het U-bahnstation brengt. Onder- en bovengronds suizen we naar het kloppende winkelhart van Berlijn, de Kurfűrstendamm. Daar hebben we afgesproken met onze drie begeleidsters, Nel, Gerdie en Violet. Zij hebben al wat marktonderzoek verricht in de tientallen winkels.

Zoals vrijdag al afgesproken, kopen we een kaartje voor de tourbus die een ronde rijdt langs alle bekende bezienswaardigheden. We kunnen met z’n allen nog net een plekje scoren op het open dak, zodat de zon ook z’n werk kan doen. We genieten van de prachtige gebouwen, de historische plaatsen (Checkpoint Charley, Berliner Dom, het nieuwe Joodse monument, het Rijksdaggebouw, enz.), de immense ruimte in de Duitse hoofdstad en natuurlijk het heerlijke weer.
Nadat we een ronde hebben gereden lunchen we in het restaurant op de hoogste verdieping van warenhuis Karstad. Daarna splitst de groep zich: sommigen gaan shoppen, anderen bezoeken historische plaatsen en de echt verstandige lopers gaan een tukje in het hotel doen om daarna op een zonnig terras te genieten van een halve liter Weissbier.

’s Avonds gaan we wederom naar het Italiaanse restaurant voor onze tweede koolhydratenkuur. Ondanks de drukte worden we snel bediend en Henk ontvangt na afloop een lintje als beste Pastapropper. Na eerst zijn eigen bord spaghetti bolognese te hebben weggewerkt, verorbert hij ook nog in moordend tempo driekwart portie van hetzelfde goedje, afkomstig van Jeanet.

De vermoeiende dag en de aanzwellende spanning voor de loop doen ons besluiten rond half 11 onze hotelkamer op te zoeken. Ons hotel is deze dag getransformeerd in een heus Sporthotel: honderden lopers van allerlei nationaliteiten hebben er een kamer gevonden.

Dag van de waarheid
We merken het direct bij het ontbijt. Dit is de Dag van de waarheid. Maandenlang hebben we hier naartoe gewerkt. Bij sommigen slaat de twijfel toe: Wat doe ik straks aan? Een lange of korte broek? Juist geen of wel een hemdje onder het loopshirt? En wat ga ik nu toch eten tijdens deze laatste maaltijd voor de loop? Kortom, onzekerheid is troef.

Deze knagende onzekerheid wordt ook nog eens aangewakkerd door het weer. Was het de afgelopen dagen lenteachtig, nu is het grijs en koud. Gerrit wordt asgrauw als hij de eerste spetters op de ramen ziet verschijnen. Na de nodige bananen, Grauwes Brot, Schinken en wat slijmerige eieren verorbert te hebben, zoekt de stressige Achterhoekse meute de kamers op.
Ieder bereidt zich op zo’n laatste moment op zijn of haar geheel eigen manier voor. De minuten tikken weg. Leek in de afgelopen dagen de tijd te vliegen, nu is het echt aftellen geblazen.

En dan is het eindelijk 10 uur. We staan in de hotellobby. Er is geen ontsnappen meer aan. Het gaat zo gebeuren. De twijfel slaat bij sommigen genadeloos toe: “Ben ik wel warm genoeg gekleed?”, of “Heb ik wel voldoende trainingskilometers gedraaid?” We beuren elkaar geestelijk op en zo bewegen we ons, vergezeld door de drie begeleidsters, richting startplaats. We merken al snel dat we niet de enigen zijn die op dat idee zijn gekomen. Duizenden lopers, in waarschijnlijk een soortgelijke gemoedstoestand als wij, trachten in hun startvak te komen. Onderweg scoren we nog gele Adidas-hesjes. Hierdoor blijven we tot het startschot lekker warm.

Nadat we met z’n allen voor in vak E zijn gaan staan, breekt opeens het wolkendek. Een waterig zonnetje laat zijn gezicht zien. De sfeer kantelt, het (zelf)vertrouwen is terug en in de laatste minuten spuit de adrenaline ons uit de neus- en oorgaten. We gaan ervoor en zullen die Germanen eens laten zien wat lopen is!

Mensenslang
Als het startschot heeft geklonken, we elkaar voor de laatste keer succes hebben gewenst, passeer ik in no time de startmatten. Ik zoek mijn ideale weg: het gevecht met de tijd en het lichaam is begonnen.
Als onderdeel van een mensenslang van ruim 20.000 lopers beweeg ik me over brede, nagenoeg vlakke straten omzoomd met meer dan honderdduizend toeschouwers. Zij klappen, toeteren en schreeuwen. Hun ogen zoeken die ene bekende te midden van duizenden lopers. Duizenden gezichten flitsen voorbij: oud en jong, mooi en lelijk, dik en dun.

Al snel zit ik een heerlijke cadans. Ik merk dat ik de laatste twee weken in de ruststand heb doorgebracht. Mijn benen voelen goed en de Brandenburger Tor trekt me als een soort magneet naar zich toe. Bij het 5 kilometerpunt tikt mijn klokje de 25 minuten aan. Het gaat gemakkelijk en ik stel me ten doel dit tempo zolang mogelijk vast te houden. Tot de 18 km gaat dat redelijk soepel, maar dan wordt het werken geblazen. De talloze bandjes, trommelaars en andere muzikanten doen me goed. Ook de twee bekers water bij de laatste drinkposten werken verkwikkend. Tot m’n grote verbazing zie ik Violet, Nel en Gerdie bij het 20 km-punt staan. Prachtig! Na hun aanmoedigingen gaat de laatste kilometer als vanzelf. Ik passeer de finishmat in 1 uur en 3 kwartier. Voel me eigenlijk nog wel fris. Na ontvangst van medaille wandel ik terug naar ons hotel. Onderweg doe ik wat rekoefeningen en loop ik licht uit. De missie is geslaagd en een voldaan gevoel overheerst.

Ik nestel mij in een heerlijke leren fauteuil in de hotellobby en wacht op de andere Bosgroepers. Ben benieuwd naar hun verhalen.

Voor herhaling vatbaar
Nadat iedereen is binnengedruppeld, de verhalen zijn uitgewisseld, douchen we het zweet af. We kopen nog wat eten voor onderweg en nemen we in de hotellobby afscheid van elkaar. We zijn het er over eens dat we een geweldig mooi loopweekend hebben gehad met een gezellige sfeer. De complimenten voor Rebecca en Linda die een perfect hotel hadden geboekt. En natuurlijk ook Jeanet bedankt voor de coördinatie van het vervoer en het leiden van de dagelijkse evaluaties!
Allen zijn het erover eens: dit is voor herhaling vatbaar. Dus snel een nieuwe uitdaging zoeken en boeken maar!

Groet
Rob Hulleman

« terug naar boven»

Het parcours van de ½ marathon

« terug naar boven»

    De gelopen tijden    

Naam gelopen tijd
Rob Hulleman 01:45:25
Henk Denekamp 01:46:36
Gerrit Rossel 01:53:19
Peter Lintenbrink 01:59:41
Linda Hulleman 01:59:42
Rebecca Prakke 02:00:19
Jeanet Rouwenhorst 02:10:27
Richard van Holland 02:33:34
Catry Rossel 02:20:33
Violet Hulleman d.n.s.

www.bosgroeplochem.nl/fotos/berlijn2009
Voor het bekijken van meer foto's moet ingelogd worden. Gegevens hebben de leden via de email ontvangen.

« terug naar boven»

Een paar foto's gemaakt met een mobiele camera

De televisietoren van het voormalige Oost-Berlijn.
Even bijkomen van de reis onderhet genot van een heerlijk drankje ...
... en nog een drankje.
Nogmaals de televisietoren
Toys for boys.
Koffiedrinken bij Karstad met iets lekkers natuurlijk
De bordjes zijn leeg
was het lekker dames ?
Op de achtergrond de Gedächtniskirche
Het Rijksdaggebouw.
Binnen in het Holocaust - monument
Het enorme en indrukwekkende Holocaust monument
Foto van boven op de Rijksdag
De Spree van bovenaf de Rijksdag
Boven in de glazen koepel van de Rijksdag
Aan de voet van de Koepel
de Koepel naar boven

« terug naar boven »

Bijdrage Henk Denekamp [goed voor 01:45:25]    

Wie ein Vattenfall stroomden de startvakken leeg toen het eenmaal zo ver was. Dat zou je eerder op die eerste Berlijnse zondag in april, die wat grauw en bleekjes begon, wellicht ook gezegd kunnen hebben van een van onze Bosgroepers, die er toen ook wat bleek en grauw uitgezien moet hebben.

Toen Berlijn zich twee dagen eerder in onze verbeelding al aan de horizon aftekende bleek ook de tank van Rebecca’s auto wie ein Vattenfall leeg te lopen. We hadden nog maar vier kilometer te gaan! Dat wil zeggen, voordat Rebecca’s Chrysler zijn hakken in het zand zou zetten. Gelukkig wist Peter net op tijd een alleraardigste mevrouw te arresteren die er wel voor voelde haar tankje super voor je-weet-het-maar-nooit dat toch al over tijd was, aan ons over te doen. Autisten hebben gelijk de kaart van een stad in hun hoofd als ze er ooit geweest zijn en zonder enig voorbehoud bood ik Rebecca dan ook aan ons vlot naar ons hotel te loodsen. Zou ik dan toch niet zo autistisch zijn? Hoe dan ook waren we al een paar kwartiertjes en heel wat kilometers verder voordat de Fernsehturm in ons blikveld opdoemde. Handig hoor, zo’n landmark bij je hotel, want van de bordjes
“Stadtmitte” moesten we het die zonnige vrijdagmiddag niet hebben.

En zonnig bleef het vrijdagmiddag toen we de stad gingen verkennen. Hoewel het eerste-de-beste terras al eivol was, vroeg de zon erom vooral niet verder te lopen. Door een ober werden we tamelijk dwingend het terras van een Italiaan op gedirigeerd en zo zaten we al gauw achter ons eerste glas. Zo niet Rob en Richard. Want die hadden het oog op zoiets als een “RotWeisse” laten vallen en kregen even later een vaas met Witbier aangelengd likeurtje voorgezet: niet te drinken! Ondertussen werd de menukaart uitvoerig bestudeerd en besloten we het zekere voor het onzekere te nemen. Hier konden we ons goed en goedkoop vol stouwen met deegwaar. Het was niet meer nodig om ons verder dit weekend te bekommeren om waar we zouden gaan eten. Makkelijk toch!
Hoewel we de hele dag stil hadden gezeten, leek ons de benen strekken uit den boze met een halve marathon in het vooruitzicht. We kwamen niet verder dan wat slenteren en vergaapten ons nog aan een dikke Bugatti die in een etalage stond te pronken. Bij de stellen onder ons werd met al die chique winkels om ons heen het beheer van de creditcard een hot item. Ondanks alle pracht die Berlijn als wereldstad ons voorschotelde bleef blijkbaar toch de Italiaan op ons netvlies staan en prompt om half acht maakten we onze opwachting in het restaurant, dat niet echt krap bemeten was en waar de verse pasta’s in de vitrine van de open keuken al ongegeneerd naar ons lonkten. Het water liep ons om de tanden en inderdaad konden we onder het eten vaststellen dat de prijs-kwaliteitverhouding  van e.e.a. geweldig was. Terug in het hotel meenden we nog even het casino op de 37e verdieping in te moeten duiken. Maar dat lukte niet zonder stropdas. Dat begrepen we al gauw toen we de suppoost met het charisma van een waakhond van onze toekomstige koning zagen, die zo te zien zelf zijn eigen das het liefst op half elf om zou willen hangen. Nou ja, het was ook mooi geweest.

Zaterdagochtend was het schitterend weer en ik was blij dat ik de goede raad van Jeanet had opgevolgd door een korte broek in mijn koffer te stoppen. In de loop van de dag leek het me toe dat ik de enige man in Berlijn in korte broek was. Maar dat geheel ter zijde, eerst wachtte ons een imponerend lopend ontbijtbuffet. Het was zo groot, dat de meeste onder ons het “gewone” beleg pas na het eten ontdekten. Tja, toen begon voor de lopers het weekend toch al aardig in het teken van de halve marathon te staan. Jeanet werd allengs wat pips om de neus en Gerrit begon wat meer te praten dan gewoonlijk. Om het startnummer te bemachtigen moesten we toch wel een tijdje in de U-bahn zitten. We zagen half Berlijn van onderen en de dag was al bijna half om toen we, voorzien van startnummer, veel overbodige info en een loopshirt dat mooi van lelijkheid was, weer terug gingen. Toch kon niemand Gerrit ervan weerhouden het shirt alvast maar aan te trekken. Sommigen van ons hebben toen ongetwijfeld aan het bord “Hij hoort niet bij ons” moeten denken. Terug in de stad voegden we ons weer bij de winkelende dames die een beetje uit het veld geslagen leken door de schitterende prijzen van het KDW. En toen was het weer de hoogste tijd om aan eten te denken. In de wetenschap dat we ons ‘s avonds weer royaal zouden bedienen van pasta, kon nu volstaan worden met taart en andere koolhydraatrijke zoetigheden. In warm weer -- het was echt lekker -- door de stad slenteren is natuurlijk uit den boze en daarom lieten we ons maar rijden langs de Sehenswertigkeiten van Berlijn. In een dubbeldekker met open dak. Een soort cabrio dus. Naar verluid kreeg Hélène daar bepaalde visioenen bij, toen ze er achteraf van hoorde. De gids leek in het begin wel grappig maar na anderhalf uur van halfverstaanbaar commentaar doorspekt met snaakse en sarcastische opmerkingen was het goed dat we weer konden uitstappen. Tot de pasta bij de Italiaan hadden we vervolgens vrijaf van ons zelf gekregen en dus splitsten we ons op. Aan het eind van de middag besloot ik nog dat een lichte dribbeltraining geen kwaad kon en met frisse benen en een lege maag was ik helemaal klaar voor het diner. Ondanks dat de ober ons lange bedieningswachttijden in het vooruitzicht stelde piekerden we er niet over een andere Italiaan op te zoeken. Het wachten viel nogal mee trouwens en het eten was weer geweldig. Bij een paar mensen werd de eetlust wel wat ondermijnd door de nakende wedstrijdspanning. Dat bood mij de gelegenheid om wat extra koolhydraten naar binnen te werken, waarbij ik het gevoel had dat ik ze de volgende dag hard nodig zou hebben. En toen maar gauw naar bed want als allerlaatste training is rust het beste.

De dag diende zich miezerig aan toen ik op zondagochtend vanuit mijn kamer over Berlijn keek. Mistig en nattig en ik denk dat iedereen meer dan anders over de ideale outfit aan het nadenken was. Na een redelijk vroeg en stevig ontbijt -- inmiddels had iedereen ook de gedistantieerde buffettafels kunnen verkennen -- was iedereen op haar of zijn manier, al of niet op de WC, bezig met de laatste voorbereidingen. Het was koud toen we ons naar de startvakken begaven en al gauw keken we naarstig uit naar de gele, door Adidas tot windstoppers omgebouwde, vuilniszakken, waar we her en der vele atleten mee zagen lopen. Als de kippen waren we erbij toen een uitdeelplek ook in ons vizier kwam. Redelijk vlot schoven we door naar en in ons startvak en ook van mij maakte de wedstrijdspanning zich meester, mijn hartslag liep al lekker op.
 
Wie ein Vattenfall stroomden de startvakken leeg. Ik had met me zelf en met Anne Rose afgesproken op 150 te gaan lopen en binnen 100 meter was dat al zo ver. Niet vanwege  conditiegebrek. Veel meer door de vlammende passie die door me heen trok omdat ik besefte dat ik als een speer vertrokken was en Rob misschien wel voor zou kunnen blijven. Deze gelukzalige gedachte verliet me niet meer en heel voorspoedig werkte ik me zigzaggend verder naar voren. Hoewel naar mijn gevoel het lang duurde voordat ik door de Brandenburger Tor snelde, was ik toch vrij vlot aan het eind van het eerste rechte stuk van zeven kilometer. Ik heb niet zo veel verstand van mijn eigen loopklokje en het was me vanmorgen ook weer niet gelukt om de stopwatchfunctie te activeren. Ik wist hoe laat we globaal gestart waren en lange tijd heb ik gedacht dat ik het 10-kilometerpunt na 40 minuten passeerde. Ondertussen liep ik al heel lang op 160 tot 165. Dat ging prima en ik begon er over te fantaseren dat ik een nieuw PR (1 uur 38, CPC, 20 jaar geleden) zou kunnen lopen. Bovendien dacht ik nog dat de terugweg makkelijker zou zijn omdat er meer bochten in zaten. Dat pakte heel anders uit. Na 15 kilometer werd het zwaarder maar toch sloeg ik de laatste drinkpost over omdat ik me dik vergistte in de lengte van het laatste stuk. Het werd afzien met nog 4 kilometer te gaan. Wel kon ik mijn hrm op ruim 160 handhaven en had ik het idee dat mijn tempo niet erg terugzakte. Toe ik over de finish ging had ik het wel gehad en dacht eraan dat een hele marathon lopen gekkenwerk moest zijn. Maar tevreden was ik wel. Ik kreeg nog een medaille om gehangen, pakte nog zo’n alcoholvrij biertje aan en probeerde terug te sjokken. Dat viel niet mee want na de finish was het gelijk gebeurd met de souplesse. De grote tegenvaller kwam even later. Terug bij het hotel zag ik Rob uiterst relaxed op de stoeprand zitten en ik kon alleen maar denken “verrek”. Was hij me toch, in de laatste kilometers waarschijnlijk, heel sneaky voorbij gegaan. Ach ja, dat zijn van die momenten, die je snel weer vergeet. Want eigenlijk was het zo goed gegaan en het weekend kon immers al niet meer stuk. Toch kon ik het niet nalaten nog zondagavond me zelf, de anderen ook trouwens, op te zoeken in de uitslagen: 65e van de 4000 lope je snel weer vergeet. Want eigenlijk was het zo goed gegaan en het weekend kon immers al niet meer stuk. Toch kon ik het niet nalaten nog zondagavond me zelf, de anderen ook trouwens, op te zoeken in de uitslagen: 65e van de 4000 lopers in mijn leeftijdsklasse; het had minder gekund.

En dat was het dan. Na het lopen was ik vooral er mee bezig niet stijf te worden, te eten en veel te drinken. Iedereen was verder natuurlijk met het naar huis gaan bezig. Violet moest die zelfde avond nog in Groningen zijn en het leek ons allemaal wel aanlokkelijk om vroeg weer terug te zijn. Gelukkig was Berlijn uit gemakkelijk, te meer omdat TomTom met Richard voor ons reed. Heel vlot reden we terug en het verbaasde ons eigenlijk dat we om halfnegen Lochem al weer binnen reden. Een prima weekend lag achter ons.

Henk

« terug naar boven »